21 februari 2018
Een fietsdag dus ... vroeg op.
We verlaten Jaffna en de noordelijke provincie om de oostkust van Sri Lanka te gaan ontdekken.
We hebben thuis de route iets te opmitisch ingepland wat afsnijpaadjes betreft. Het weggetje dat we inslaan is nog prima te fietsen.
Het wordt alleen steeds smaller en steeds 'weker'. We bevinden ons in een gebied met veel meertjes, poelen, kreken en slenken. Kortom het is wat moerassig ... tenslotte loopt ons pad dood. Dat wil zeggen er is nog een dijkje tussen twee rijstveldjes begaan maar een pad ... nee.
We besluiten terug te gaan, dit mede door het feit dat er in de noorderlijke helft van dit land nog niet ontplofte mijnen liggen ... Veiligheid voor alles. Helaas moeten we dan wel weer langs die grote troep min of meer wilde honden. Wat stenen in de hand geeft in ieder geval een gevoel van 'veiligheid'. Gelukkig zijn we op de terugweg niet meer interessant.
Ook de wat grotere weg waar we nu op fietsen biedt ons veel. Dit waterrijke gebied met mangroves is een paradijs voor vogels. We zien heel veel witte vogels. Het lijken allemaal witte reigers en varianten daarop. Met gele snavel en zwarte poten, met zwarte snavel en gele poten, snavel en poten zwart maar met een groene streep rond de ogen, met zwarte kop en gebogen snavel. We zien lepelaars, een kruising tussen een ooievaar en een pelikaan, ibissen, koereigers, ralreigers, kleine steltlopertjes en allemaal hebben ze het druk.
We verlaten het schiereiland waar Jaffna op ligt via de olifantenpas. Die pas is een smalle 1 km lange dijk. Er is hier tijdens de burgeroorlog zwaar gevochten. Er staat nu een monument: het land gedragen door (op)handen ...
We hebben 80 km op de teller als we Kilinochchi binnen rijden. Hier zijn we op de heenweg ook geweest ... we weten daar een hotel met een zwembad en het is nog vroeg in de middag ... We kijken elkaar eens aan en de beslissing is gemaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten