16 maart 2018
We hebben het ritme weer te pakken. Om 6 uur wakker gezongen door Ed Sherman, dan ontbijten, inpakken, natte lap en tanden poetsen en om 7 uur op de fiets. Er is dan al volop bedrijvigheid en de temperatuur is nog heel aangenaam. Dan begint de speurtocht naar brood en water. Het liefst kopen we dat in één keer. Dat lukt vandaag uitstekend. We kopen 3 dikke sneden 'scheur'brood en nog anderhalve liter water extra. Krap in water komen te zitten of erger ... zónder water ... werkt enorm op de psyche ....
Het is een zwaar route vandaag. We zitten in de uitlopers van de bergen maar toch hebben we heel regelmatig het allerlichtste verzet ervoor. De route is weer buitengewoon mooi. Ik zal al wat vliegt en fladdert niet meer benoemen maar het blijft een, meest fel gekleurd, prachtig gezicht.
We zijgen neer voor een kopje koffie op het terras van een gesloten restaurant. De eigenaresse laat zich al gauw zien. Tuurlijk mogen we daar zitten maar we mogen ook best binnen komen zitten en ze wil van alles voor ons klaar maken. Niet nodig we zijn zo autonoom als maar kan. Van haar kant beslist 'no hard feelings'. In Sri Lanka kan en mag veel.
We komen langs een tempel. Ik knoop nog even een wikkelrok om en neem een kijkje. Willem werpt zich op als oppasser. De fietsen hè. Een mooi kleinschalig tempelcomplexje met rotstempels.
We klimmen weer op de fiets en dansen op de pedalen ...
Dan naderen we Udawalawa. Dit nationale park hebben we in het begin van onze vakantie al bezocht. Een schitterende belevenis! Hier fietsen we 15 km dezelfde route maar dan in omgekeerde richting. En dan eindelijk: een olifant. Ver weg ... maar toch ... een olifant!
Tuurlijk leggen we dit vast op de gevoelige plaat. Dat kost nog best wat moeite want ons afstappen heeft tot gevolg dat ook de andere weggebruikers de olifant spotten.
Onze dagelijkse portie fruit eten we in de tuin van de groenteboer. Ondanks dat ik 4 vingers opsteek en 4 banaantjes vastpak snijdt de man toch een grotere tros af. Ik wijs op onze fietsen en vertel hem dat we dat niet mee kunnen nemen. We eten alles nu op, niks 'take away'. Hij lacht z'n rode tanden bloot. Hij steekt één vinger in de lucht en kromt die vinger daarna. Honderd roepies en nog een keer de helft daarvan.
Al na 65 km bereiken we het hotel dat we, via google, van te voren langs de route hadden uitgezocht. We besluiten even te gaan kijken. Ziet er goed uit, we blijven. We krijgen als buitenlandse gasten speciaal wit beddengoed. Als we ons installeren blijkt de kamer niet van buitenaf op slot te kunnen. Onze balkondeur die toegang geeft tot de centrale hal kan ook alleen van binnen op slot. Volgens de eigenaar geen probleem. Hij houdt de boel in de gaten. Daar zullen we dan maar op vertrouwen.
Nadat de fietsen zijn ontdaan van alle tassen volgen we weer een strak ritme. Douchen, wasje, lijntje spannen en een tukkie ...
Er breekt even een erg felle onweersbui los. De donder rolt door het laatste restje bergen. Onze host haalt voor ons eten en drinken uit de stad. Heerlijk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten